SV | En het geschiedde, als zij al de woorden hoorden, [dat] zij verschrikten, de een tegen den ander; en zij zeiden tot Baruch: Voorzeker zullen wij al deze woorden den koning bekend maken. |
WLC | וַיְהִ֗י כְּשָׁמְעָם֙ אֶת־כָּל־הַדְּבָרִ֔ים פָּחֲד֖וּ אִ֣ישׁ אֶל־רֵעֵ֑הוּ וַיֹּֽאמְרוּ֙ אֶל־בָּר֔וּךְ הַגֵּ֤יד נַגִּיד֙ לַמֶּ֔לֶךְ אֵ֥ת כָּל־הַדְּבָרִ֖ים הָאֵֽלֶּה׃ |
Trans. | wayəhî kəšāmə‘ām ’eṯ-kāl-hadəḇārîm pāḥăḏû ’îš ’el-rē‘ēhû wayyō’mərû ’el-bārûḵə hagêḏ nagîḏ lammeleḵə ’ēṯ kāl-hadəḇārîm hā’ēlleh: |
En het geschiedde, als zij al de woorden hoorden, [dat] zij verschrikten, de een tegen den ander; en zij zeiden tot Baruch: Voorzeker zullen wij al deze woorden den koning bekend maken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En het geschiedde, als zij al de woorden hoorden, [dat] zij verschrikten, de een tegen den ander; en zij zeiden tot Baruch: Voorzeker zullen wij al deze woorden den koning bekend maken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!